Reflecties
Les 1
Voor onze eerste les gingen we naar het MAS, het Museum Aan de Stroom. Hier mochten we de verschillende expo's vrij bezoeken. Achteraf bespraken we onze ervaringen en dachten we na over wat we als kunst- en cultuurbemiddelaar konden verbeteren. Ik vond het extreem jammer dat de bemiddeling na iedere expo was weggelaten omwille van corona. Volgens mij had dit echt wel een meerwaarde geweest. Ook hingen sommige werken te hoog en ik ben zelf niet een van de grootste, daardoor kon ik deze werken niet goed zien. Voor de rest vond ik het museum heel leuk om te bezoeken. Er was voor ieder wel iets. Wat ik meeneem uit dit bezoek is de manier waarop je naar een museum kijkt als kunst- en cultuurbemiddelaar en hoe groot dit verschil is met hoe een bezoeker naar datzelfde museum kijkt. Ook het opstellen van een persona vond ik interessant en neem ik zeker mee naar het werkveld.
Les 2
Dit was onze eerste les van WAP op de campus. We leerden wat participeren is en wat het vak inhoud. Verder kregen we de opdracht om een portfolio bij te houden en leerden we de verschillende soorten drempels kennen. Persoonlijk vond ik de uitleg van de opdracht nogal redelijk veel om direct te verwerken. Ik heb de opdracht nadien nog eens nagelezen om het volledig te begrijpen. Wat ik uit deze les meeneem naar het werkveld zijn de verschillende soorten drempels en dat niet iedere drempel ook effectief een drempel is voor iedereen.
Les 4
In deze les hadden we het over de verschillende behoeften van mensen en dat deze behoeften op een verschillende manier worden vervuld. Zo kan de behoefte gezelligheid bijvoorbeeld vervuld worden door een warme kamer of de mogelijkheid om samen met je vrienden een koffie te drinken. Ik had hier nog nooit bij stilgestaan. Het zijn meestal kleine dingen die een organisatie doet om de behoeften van hun publiek te bevredigen. Als ik later in een organisatie werk, dan is dit zeker iets waar ik vaak stil bij zal staan. Ook vond ik het interessant om te weten dat iets pas waarde krijgt als er voldaan wordt aan de behoeften van die persoon. We gingen in deze les ook aan de slag met het thema: "Iedereen heeft recht op participatie". Mijn groep onderzocht hoe dove mensen een voorstelling ervaren en met deze ondervindingen gingen we aan de slag en maakten we een voorstelling voor onze medestudenten. Zij ondervonden zo hoe dove mensen iedere voorstelling ervaren.
We gingen aan de slag met onze leerdoelen en leerden deze concreter opstellen. Hierna bekeken we wat inclusief werken is, hoe dit nu al gebeurt en hoe dit beter kan. Wat me in deze les opviel is dat musea vaak inclusief willen werken, maar hier niet in slagen. Kijk bijvoorbeeld maar naar de aparte kamer voor kinderen. Wat ik meeneem uit deze les zijn de 7 B's voor inclusiviteit (bruikbaarheid, betrouwbaarheid, begrijpbaarheid, bekendheid, bereikbaarheid, beschikbaarheid en betaalbaarheid ).
We bekeken wat processen zijn en hoe deze tot stand komen. Ook de verschillen tussen processen en projecten namen we onder de loep. Verder bekeken we ook wat participatie processen/trajecten zijn . De verschillende fasen voor participatietrajecten en de voorbeelden die werden aangehaald zijn interessante dingen om te onthouden. Deze fases zijn verkenning, voorbereiding, uitvoering en opvolging. Dit proces stopt niet na opvolging, maar het is eigenlijk een startpunt om het proces te verbeteren en op punt te stellen.
De Congolese danser/choreograaf is me bijgebleven en hoe hij ondersteund wordt om zijn netwerk uit te bereiden en een plaatsje kreeg bij Rataplan om zichzelf te uiten. Dit bezoek leerde me dat netwerken uiterst belangrijk is en dat samenwerken met andere organisaties een meerwaarde kan zijn. Toch is dit in de praktijk volgens mij niet altijd haalbaar.
In deze les kregen we feedback over onze portfolio. Ik had op dat moment nog niet veel uitgeschreven dus was de feedback op mijn portfolio eerder beperkt, maar de feedback die ik kreeg was eerder positief. Ik vond het zelf ook leuk om mijn medestudenten hun werk eens te bekijken en hierover in gesprek te gaan. Ik vond het wel jammer dat de tijd vooruit vloog, want ik denk dat we hier veel meer uit konden halen als er meer tijd was of als we dit nog eens een tweede keer konden doen.
Deze les ging online door. Dit zorgde ervoor dat ik het moeilijker vond om me te concentreren. Het hielp wel dat we met een aantal studenten in ons klaslokaal samen zaten om de les te volgen. Toch vond ik de uitleg van Suzan Tolsma heel interessant, maar wat de bedoeling was van de volgende les bleef een beetje mysterieus voor mij. Wat me bijblijft uit deze online les is "LSD innemen en OMA thuislaten".
Tijdens deze les spraken we met enkele armoededeskundige mensen en paste we de technieken die we hadden geleerd in de gastles van Suzan toe. Mijn groep had het privilege om in gesprek te gaan met Erik. Erik is een man die graag praat en openstaat voor een diep gesprek. Erik geeft heel veel om zijn geliefden en cijfert zichzelf soms weg. We kwamen dan ook al snel tot het idee om Erik op een troon te plaatsen op het einde van onze voorstelling van zijn voorbij levensgebeurtenissen. Hierdoor moest hij toch een klein traantje laten. Ik vond het een leuk initiatief om te doen. Wat me zeker gaat bijblijven uit deze laatste les is dat je iemands verhaal op verschillende manieren kan brengen en dat zo'n moment de persoon in kwestie kan ontroeren en voor eeuwig zal bijblijven en dat je door een luisterend oor te zijn een enorme indruk kan nalaten bij iemand. Dit is zeker iets waar ik later nog eens mee aan de slag wil gaan.
Terugkomdag 1
Deze terugkomdag vond online plaats. Dit had zijn voor- en nadelen. We moesten niet pendelen en waren veilig in ons eigen huis, ver weg van Corona. Aan de andere kant vond ik het ook wel jammer want er zit altijd ruis op de boodschap die gebracht wordt. Jammer genoeg was het ook een hele belangrijke boodschap. Het ging namelijk over ons assessment. Door de ruis snapte ik niet zo goed wat het assessment zou inhouden. Toch vond ik het wel leuk om iedereen nog eens terug te zien en wat bij te kunnen praten.
Terugkomdag 2
We werden hartelijk verwelkomd in het ABC huis in Brussel met een koffietje of een theetje. Ik zelf zat in groep B. Hierdoor kreeg ik in de voormiddag een uitleg over wat kunst educatie is van Ems. We kregen ook wat meer uitleg over het assessment. Deze uitleg stelde me gerust, want ik vond de eerste uitleg die we kregen tijdens de eerste terugkomdag nogal vaag. In de namiddag kregen we wat uitleg over de werking van het ABC huis en mochten we op ontdekking. Dit vond ik heel plezant, want alles mocht en niets moest. Zo heb ik gewerkt met klei en Chinese inkt. Het was een echte bondingsactiviteit voor onze klas.
Hoofdstuk 3 uit Art of relevance, Nina Simon
How Do You Define Community?
Zie mensen als de complexe dingen die ze zijn en ga opzoek naar wat hun verbind.
Finding Your People
Netwerken is de boodschap. Zoek Inside-outsiders. Zij kennen de organisatie goed, maar hun sociaal leven staat buiten de organisatie. Ze zijn het perfecte brugfiguur. Ze informeren anderen over het aanbod en informeren de organisatie over de drempels die hun bezoekers ervaren.
Wants and Needs
Willen mensen iets of hebben ze het nodig. Het is niet altijd eenvoudig om deze uit elkaar te houden. Maar het is wel belangrijk als je je cliënten de beste ervaring mogelijk wilt geven.
Needs and Assets
Als je wilt dat mensen deelnemen aan je projecten, moet je ze iets laten delen waar ze trots op zijn. Hierdoor zullen niet alleen meer mensen deelnemen, maar je 'community' zal groter en sterker worden. Je organisatie zal dan ook deel uitmaken van deze 'community'. Deze methode focust vooral op iemands sterktes.
Het is persoonlijk, want je naam staat er bijvoorbeeld op. Het werkt ook interpersoonlijk. Bijvoorbeeld ik share een coke met een dromer. Het brengt mensen samen en versterkt hun band. Tegelijk maakt je doelgroep ook reclame voor je merk/organisatie.
Wat is het verlangen van je doelgroep? Dit is een vraag die je als begeleider vaak moet stellen aan jezelf. Dit is per doelgroep en per activiteit anders. In een gegidste toer vinden mensen het leuk als ze eerst kennis kunnen maken met elkaar alvorens ze aan de toer starten. Dit doe je best door drie minuten lang te babbelen over onderwerpen die aansluiten bij je toer. Er wordt zo een kleine 'community' gevormd. Zo krijg je als gids ook de kans om je tekst aan te passen aan je doelgroep. Je weet dan niet enkel hun namen, maar kan ook gebruik maken van termen als gender, hoogte, leeftijd, enzovoort. Je kan ook in gesprek gaan met je doelgroep en vragen hoe ze terecht zijn gekomen bij jouw organisatie. Je kan hun zelfs op basis van hun interesses andere exposities aanraden.
In dit onderdeel spreken ze over een nieuwe deur maken. Hiermee bedoelen ze iemand nieuw uitnodigen.
Het veranderen van de kamer betekent dat je als organisatie je programma aanpast/verandert naar iets wat je publiek meer aanspreekt.
Vaak zijn beide nodig, maar weten we niet hoe we het moeten aanpakken of welke we best eerst doen.
Mensen willen liever een grote kamer in plaats van een kleine kamer. Hier krijgen ze veel meer verschillende dingen aangeboden. Je verbindt ook verschillende mensen met elkaar en je werkt als organisatie inclusiever, want meer mensen bezoeken deze grote kamer.
We zouden onze musea moeten aanzien als een restaurant met een grote menukaart. Er is voor iedereen wel iets, maar niet alles wat op de menu staat is gewild door iedereen.
Lesinhoud?
Wat ik zeker zou koppelen aan dit hoofdstuk is de 7 B's. (bruikbaarheid, betrouwbaarheid, begrijpbaarheid, bekendheid, bereikbaarheid, beschikbaarheid en betaalbaarheid) Het is belangrijk dat je drempelverlagend werkt, anders lok je geen nieuw publiek. Ook andere voorbeelden van drempels die we tijdens de les zagen horen bij dit stukje. Ik denk hierbij aan de informatiedrempel, praktische drempels, enzovoort.
De begrippen behoefte, wens, gedrag en waarde bespraken we ook tijdens onze lessen en deze begrippen komen ook terug in dit hoofdstuk. Net zoals het begrip community. In de les zagen we dat een community vormen een proces is en dit zie ik ook terugkomen in dit hoofdstuk.
Het is interessant om naar de cultuurpartcipanten cirkel te kijken als je van plan bent om een nieuwe doelgroep aan te trekken.
Het leren kennen van je doelgroep en wat hun wensen zijn doe je het best door jezelf in de groep te bevinden of een inside-outsider te zoeken. Je kan natuurlijk ook je doelgroep leren kennen door een empathy map of een persona of klantenreis op te stellen van je doelgroep.
Inclusief werken is nodig, dit hebben we gezien in de les, maar we moeten oppassen dat de kamer niet te klein is, we moeten hen de kans geven om te kiezen wat ze willen doen. Het is dus naar een balans zoeken tussen de twee.
Bij het onderdeel 'relevance for one', moest ik terugdenken aan de les met Suzan Tolsma. In deze les gingen we met iemand in gesprek en bedachten we in groep een creatieve uitwerking dat het verhaal van deze persoon vertelde. Het effect op onze persoon is me altijd bijgebleven. Suzan haar tips verdienen van mij ook een plaatsje bij dit hoofdstuk.
- oprechte interesse en nieuwsgierigheid
- een veilige sfeer creëren
- LSD innemen en OMA thuislaten
- durf te vragen
- voorbereiden en loslaten
- open vragen stellen
- vragen naar concrete voorbeelden
- vragen naar beleving
- denkpauzes inlassen
- uitleggen waarom je aantekeningen maakt
Het voorbeeld van Coca-Cola deed me denken aan het begrip marketing dat we zagen in de les. Deze actie is een perfect voorbeeld van marketing en de waarde die gecreëerd wordt voor zijn klant.
Aanbevelingen stageplek?
Ik heb stage gelopen bij het bovenlokaal niveau van de Antwerpse bibliotheken. Het lijkt me moeilijk om het onderdeel 'relevance for one' te gebruiken op bovenlokaal niveau. Wat volgens mij wel interessant is om te gebruiken is het onderdeel 'relevance for everyone'. Ze zouden een actie kunnen doen waarbij mensen kaarten kunnen schrijven en deze daarna delen met een persoon naar keuze, bijvoorbeeld: 'Ik deel deze boektitel: "Donkerblauwe woorden" met mijn vriend want hij is een hopeloze romanticus.' Dit werkt persoonlijk want het is een boodschap van iemand speciaal voor jou. Je krijgt ook ineens mensen over de vloer van je organisatie die je misschien voor dit project niet bereikte.
Kritische bedenkingen?
Het is belangrijk om te focussen op je publiek, maar ik vind het even belangrijk om te focussen op je artiesten en op je organisatie. In dit hoofdstuk lag de focus vooral op het publiek.
Je weet niet altijd op voorhand wat je publiek wilt, nodig heeft of waar ze trots op zijn. Daarom lijkt dit me niet altijd het beste startpunt van je project.
Wat me ook opvalt is dat in de eerste paar onderdelen van dit hoofdstuk de nadruk wordt gelegd op doelgroepen en een community vormen en dat je je aanbod moet afstemmen op hen. Persoonlijk vind ik dat het laatste onderdeel van dit hoofdstuk de andere onderdelen tegenspreekt. Dit onderdeel zegt namelijk dat je als organisatie je aanbod niet moet afstemmen op je doelgroep. Je met hen zelf laten kiezen wat ze willen uit een breed aanbod.